From zero to hero: Piet Huysentruyt

06-11-2024

Foto: lezing door Piet Huysentruyt in het Ondernemerscentrum te Roeselare op maandag 4 november 2024

Piet Huysentruyt, daarvan denken we wel min of meer te weten wie dat is. Kok, tv-maker, auteur.
Althans dat dacht ik toch.

Piet shockeert

From zero to hero.
Eigenlijk was ik nooit geboren.
Ik had er driemaal niet moeten zijn.

Dit zijn de eerste drie zinnen die Piet uitspreekt. De zaal verstilt en ik zie hoe sommigen rechtop gaan zitten.

Piet kwam er na jaren van doordrammen van zijn christelijke grootouders: 'Wanneer komt den derde er nu eindelijk?' Den derde was dus Piet. Altijd het kleintje, het sukkelaartje, een jongen die nergens voor bestemd leek. Hij werd al vroeg op internaat gestuurd, de jongste van de Huysentruyts, en net als zijn vader, die na de Congo vernederd terugkwam, dacht men dat hij het niet ver zou schoppen.

Op zijn zestiende keerde het tij. Zoals de rest van de familie was Piet voorbestemd dokter of ingenieur te worden. Latijn-Grieks bleek te zwaar, dus belandde hij (naar eigen zeggen) bij de dommeriken van het economische. Ook daar bleef het worstelen. Tot het moment dat Piet met zijn mobilette onder een vrachtwagen terechtkwam en 'redelijk dood' van de straat werd geschept. De vrachtwagen stopte net op tijd voor zijn neus; zijn tweede leven dankt hij aan een onbekende beschermengel die de chauffeur waarschuwde.

Later ontsnapte Piet opnieuw aan de dood, onder andere toen hij 35 jaar geleden bij de geboorte van zijn dochter Marie met hartproblemen worstelde. Piets levensverhaal is duidelijk geen gewoon verhaal. 

Piet is Napoleon 

Na het ongeval op zijn zestiende ging bij Piet een knop om. Hij begon te rebelleren en koos op zijn achttiende voor de hotelschool in Koksijde. Een streep door zijn rekening, de strenge school voelde als een ferme ontgoocheling. Zijn lange haren moesten eraf, de leerlingen moesten verplicht strak in het pak en de vakken lagen hem totaal niet. Pas tijdens een praktijkstage in Parijs ging een nieuwe wereld voor de jonge West-Vlaming open waarin hij zich thuis voelde. 

Zijn verhaal gaat over botsen, botsen en nog eens botsen en telkens onvermoeibaar vechten, terugveren en doorzetten. Een houding van 'we zullen het nog wel eens zien', zelfs als hij keer op keer te horen krijgt dat hij niet goed genoeg is, of dat nu op de koksschool is of in de liefde.  

Elke keer dat hij vernederd wordt, voelt hij zich gesterkt in zijn ondernemerschap. Naar eigen zeggen dankt hij zijn parcours aan het Napoleoncomplex: extreme ambitie als antwoord op minderwaardigheidsgevoelens. Uiteindelijk leidt dit alles bij Piet tot zijn volgende droom:

ik zal sterren koken en niks anders!

Piet, le con des Belges

Tijdens zijn eerste werkervaring in L'Ecailler du Palais Royal, een bekend visrestaurant in Brussel, ontdekte Piet dat koken zijn roeping is. Hier groeide het besef dat hij alles in zich had om iemand te worden. Maar hoe word je iemand? Volgens Piet door veel schoppen te krijgen, als een stuk stront behandeld te worden, niet veel complimenten te krijgen en als je ze toch te horen krijgt, ze op te stapelen om courage te verzamelen. Hij kreeg ontelbaar meer verwijten naar zijn hoofd geslingerd dan complimenten: 'le con des Belges', 'le petit Belge', 'leegaard', 'clown in pyjama', 'snotneus', 'mediageile keukenkabouter', 'gebuisde sterrenchef', 'klein Huusentruutje', 'het domme broertje', de lijst is eindeloos. Ook deze stroom aan verwijten stapelde hij op. Ze maakten hem groter en deden hem sterker dan ooit terugveren. 

Piet neemt ons mee door zijn loopbaan en schotelt ons een hallucinante optelsom voor: hij heeft vijfentwintig sterren op zijn palmares staan en zelf tot tweemaal een ster behaald. Zelfs een keer als Belg in het buitenland. Doorheen zijn carrière was Piet altijd de underdog en koos hij voor de moeilijkste weg, met onuitputtelijk doorzettingsvermogen als brandstof. 

Ik zal iets koken want een ander niet doet
én ik zal er mijn geschiedenis insteken.

Hij koos zijn eigen pad, introduceerde bloedworst, zwijnenpoten en rode kool in een sterrenmenu. Ondanks de kritiek van de gevestigde orde ging hij onverstoorbaar verder. Als hij weer eens de vraag kreeg waar hij het lef vandaan haalt, antwoordde hij kalm: 'ik ben Piet Huysentruyt'. Piet besliste op dat moment dat hij genoeg stampen had gekregen. Hij pauzeert even, werpt de zaal een ondeugende blik toe en deelt daarna een van zijn vele oneliners: 'geluk krijg je niet, dat maak je'. 

Piet is geen stront meer

Het geluk kwam hem inderdaad niet aanwaaien. Een van zijn grote dromen was werken in een driesterrenrestaurant en die droom verwezenlijkte hij. De werkethiek daar was meedogenloos: 'je bent stront, en als we stront roepen, kom je meteen.' Piet liet zich niet afschrikken, werkte zo snel mogelijk, hielp andere souschefs en bouwde zo zijn reputatie op. Hij kreeg krediet in de keuken en werd iemand waar je niet meer omheen kon. 

Hij volgde zijn eigen weg en startte zowel een traiteurszaak als een restaurant en schopte het uiteindelijk zelfs tot tv-maker. Het verhaal hoe dat verliep, zou je waarschijnlijk niet geloven als ik het hier neerschrijf. Daarom verwijs ik je graag door naar zijn boek Piet Ongezouten, net verschenen bij uitgeverij Lannoo.

Regelmatig staat Piet op van zijn stoel om het podium te vullen en scènes uit zijn loopbaan uit te beelden. Hij toont hoe hij onderhandelingen aanging, situaties waarin een 'nee' altijd een potentiële 'ja' betekende. Steeds kreeg hij het voor elkaar. Zo groeide 'klein Huusentruutje' in zijn rol en slaagde er uiteindelijk in om met de mooiste vrouwen van België samen te werken. Hij ontdekte dat zijn talent niet alleen in de keuken lag, maar ook in tv-maken, mede dankzij de humor die hij als extra ingrediënt toevoegde. 

Piet gaat verder: 'als je in zaken zit, schuilt er achter elke deur een haai die klaarstaat om je kop eraf te bijten.' Hij moest dat telkens weer ervaren, of het nu in de gastronomie, de media, of de retail was. De haaien waren overal.

Piets moeder kon een stront verkopen

Piet wist de haaien succesvol van zich af te schudden en werd met de jaren zachter van aard. Hij noemt zichzelf nu 'gediplomatiseerd' en deelt enkele anekdotes waar hij minder trots op is. Toch omarmt hij die momenten, want ook zij maken deel uit van zijn verhaal. Lessen die hij nu met trots doorgeeft aan zijn zoon Cyriel, die ondertussen de fakkel heeft overgenomen. Een zichtbaar geëmotioneerde Piet vertelt: 'dat raakt je als vader, als je zoon jouw werk voortzet.' Voor Piet is Cyriel zijn maat, iets wat hij met zijn eigen vader nooit heeft ervaren.

Piets vader was een raadselachtig figuur: een intelligente man die in Congo een bloeiende koffieplantage van driehonderd hectare met honderdvijfentwintig medewerkers opbouwde. Vastberaden had hij alles in België achtergelaten, maar hij moest uiteindelijk net zoals veel andere Belgen ter plekke zijn levenswerk in Congo halsoverkop verlaten vanwege doodsbedreigingen en onrust in de regio. De familie herpakte zich in België dankzij Piets moeder, die volgens hem 'een stront kon verkopen en je deed geloven dat het iets goeds was.' 

Piet heeft niet alleen zijn succes aan zijn moeder te danken, ook aan zijn vrouw Vero. Hij benadrukt dat hij niks zou zijn zonder haar: 'alle pluimen op haar hoed'. Ondernemen is topsport. Een gezin draaiende houden is een marathon. De combinatie ondernemen en een gezin draaiende houden is al helemaal gekkenwerk. Zijn vrouw Vero gaf hem alle ruimte die hij nodig had om als ster te rijzen. 

Dat sterren snel kunnen komen en gaan, moest Piet regelmatig aan den lijve ondervinden. Zijn vader gaf op zijn sterfbed nog één advies: 'Pietje, pas op voor je geld.' Al snel besefte Piet de waarheid hiervan: geld vliegt sneller weg dan je het verdient.

Op vandaag heeft Piet vier miljoen kookboeken verkocht. Hij kijkt rustig de zaal rond, glimlacht en zegt: 'dat betekent dat er in elk Vlaams huishouden minstens één boek van mij staat.' Hij vertelt over zijn potten, pannen, kruidenmixen en alle andere merchandising. Een helse rit, maar eentje die de moeite waard was. 

De geest wil nog, maar het lichaam is op.

Moet er meer zijn? Piet vervolgt: 'ik heb genoeg kersen op de taart, alles mag nu, niks moet meer'. Piet eindigt zijn lezing met een vraag die een journalist ooit aan hem stelde: 'zou je het terug zo doen?' Zijn antwoord is duidelijk:

Waarom zou ik het anders doen?
Had ik het anders gedaan, was ik niet interessant genoeg.

Tijdens de lezing deelde Piet al ongezouten zijn mening, maar tijdens de vragenronde kwam zijn echte commerçantenhart naar boven. Het publiek vertrekt enthousiast, klaar om Piets nieuwe boeken te kopen en zijn tips in de praktijk te brengen.

Piet besluit ongezouten

Wat hebben we vandaag geleerd? 

Stap 1: Ga niet uit van concurrentie!
Stap 2: Zeg tegen jezelf 'het moet en het zal lukken'! 
Stap 3: Blijf levenslang bijleren!

Et voilà, dankjewel voor dit smaakvolle ondernemersrecept Piet.